“Er zijn belangrijke dingen aan de orde voor de toekomst, voor volgende generaties. Als bedrijven moeten we daar samen aan bijdragen. Veel mensen kunnen veel meer dan ze denken en door te blijven leren kunnen mensen zich ook verder blijven ontwikkelen.” Het zijn woorden van Rinio van der Ven van de Diba Groep.
De slogan van Diba is ‘elke dag een beetje beter’. Rinio vervolgt: “En daarvoor hebben we externe bronnen nodig. Zoals de Maashorst Academy. Mijn doel is om intern iedereen naar een nieuw level te brengen. Een vloerenlegger die doorgroeit naar werkvoorbereider en bedrijfsleider, da’s toch mooi?”
“Mensen onbewust bekwaam maken. Anderen helpen beter te worden. Dat doe je vooral door te kijken naar andere organisaties. De Maashorst Academy is wat dat betreft laagdrempelig en voor veel werknemers zowel letterlijk als figuurlijk dichtbij. Lokale bedrijven, bekende gezichten, en dan creëer je snel een prettige en vertrouwde omgeving waar dingen eerder uitgesproken worden.”
“Kijken hoe anderen het doen en daarvan leren. Zo hebben wij bijvoorbeeld gekeken naar hoe een multinational omgaat met z’n klantbestellingen. En elders hoe we onze offertes beter kunnen laten aansluiten op de wens van de horeca. De antwoorden daarop zijn cadeautjes. Zo’n cadeautje zit mooi verpakt, met een mooie strik eromheen die je er op meerdere manieren af kunt halen. Dan is het een kwestie van daarmee aan de slag gaan en kijken naar welk effecten de verschillende manieren hebben. En trek dat uitpakken van zo’n cadeautje dan maar door naar je eigen bedrijfvoering.”
Wat Rinio belangrijk vindt, is het energie in stoppen in mensen. Zoals een training waarin mensen leren om te gaan met iemand die zegt dat iets beter kan, iets wat mensen niet op zichzelf als persoon moeten betrekken. “Zo’n klein, specifiek onderdeel uitlichten, samen verder uitspitten en kijken hoe anderen het doen. Elkaars kennis gebruiken. Zo til je je eigen mensen naar een hoger niveau, en dus ook je organisatie. De Maashorst Academy kan daarmee zorgen voor meer samenwerking in de regio, en da’s belangrijk.”